Als de kalkoen bevroren is, moet deze 2 dagen in de koelkast blijven om goed te ontdooien.
Vraag de slager om de hals en de uiteinden van de vleugels te verwijderen (voor de bouillon).
Laat de kalkoen 45 minuten op kamertemperatuur liggen.
Verwijder met je handen zoveel mogelijk vet uit de buik (vanaf de opening).
Meng de boter, tijm en rasp, en til het vel voorzichtig van het vlees.
Smeer de binnenkant tussen het vel en het vlees.
Dit zal helpen om te voorkomen dat het droog wordt tijdens het koken.
Trek het vel van de hals en zet het vast, nadat je het omhoog hebt gedraaid, met een tandenstoker of naai het dicht om het af te sluiten.
Voeg zout en peper toe aan de buik en vul met de vulling, met je hand of een lepel, niet te strak zodat het goed gaar kan worden.
Als er vulling over is, wikkel deze in bakpapier en aluminiumfolie en bak deze apart.
Naai of bind de poten en vleugels vast aan het lichaam om het een mooie vorm te geven en de sappen en vochtigheid binnen te houden.
Doe een beetje olijfolie (2 eetlepels) op je handen en smeer de kalkoen van buiten.
Voeg zout en peper toe.
Zet de kalkoen in de oven met de borst naar boven, idealiter op een rooster zodat het vet kan druipen.
Bak 40 minuten, totdat de kalkoen een mooie bruine kleur heeft.
Na 40 minuten verlaag je de temperatuur naar 160°C.
Zet de deur van de oven altijd dicht en bak ongeveer 3 uur.
Aan het einde van de baktijd, haal je de kalkoen uit de oven en laat je deze 20 minuten met aluminiumfolie bedekt rusten, zodat de sappen kunnen worden opgenomen.
